Animal Farm van George Orwell

Animal Farm is een allegorische novelle die de Russische Revolutie en de opkomst van het totalitarisme op de hak neemt. Het verhaal speelt zich af op een boerderij waar de dieren, aangevoerd door de varkens, hun menselijke eigenaar, meneer Jones, verdrijven om een ​​egalitaire samenleving te creëren waarin alle dieren gelijk zijn. De opstand is geïnspireerd door Old Major, een oud en wijs zwijn dat de dieren aanspoort om in opstand te komen tegen hun menselijke onderdrukkers en vrij van uitbuiting te leven.
Nadat meneer Jones is verjaagd, nemen de dieren, geleid door de varkens Napoleon en Sneeuwbal, de boerderij over en noemen deze “Animal Farm”. Ze stellen een aantal regels op, gebaseerd op de gedachte dat ‘alle dieren gelijk zijn’. Maar al snel krijgen de varkens steeds meer macht. Sneeuwbal wordt uiteindelijk verdreven door Napoleon, die aanvalshonden gebruikt om zijn rivalen te intimideren en uit te schakelen.
Napoleon consolideert zijn controle over de boerderij en terwijl de dieren hard blijven werken, verslechteren hun leefomstandigheden. De varkens manipuleren de taal door de geboden die ze oorspronkelijk gaven, aan te passen aan hun behoeften. Bijvoorbeeld: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn gelijker dan andere.” Doordat de varkens menselijk gedrag gingen vertonen (op twee benen lopen, alcohol drinken en op de boerderij wonen) verraadden ze de oorspronkelijke idealen van de opstand.
Aan het eind van het verhaal beseffen de dieren dat ze het niet beter hebben dan onder meneer Jones. De boerderij is een dictatuur geworden onder de varkens, die het tirannieke gedrag van hun voormalige menselijke meesters volledig hebben overgenomen.